EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22020D2247

Besluit Nr. 3/2020 van het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité van 17 december 2020 tot wijziging van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“het IE/NI-protocol”) [2020/2247]

PUB/2020/1059

PB L 443 van 30.12.2020, p. 3–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2247/oj

30.12.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 443/3


BESLUIT Nr. 3/2020 VAN HET BIJ HET AKKOORD INZAKE DE TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND UIT DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE INGESTELDE GEMENGD COMITÉ

van 17 december 2020

tot wijziging van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“het IE/NI-protocol”) [2020/2247]

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het terugtrekkingsakkoord” genoemd), en met name artikel 164, lid 5, punt d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 164, lid 5, onder d), van het terugtrekkingsakkoord kan het bij artikel 164, lid 1, daarvan ingestelde Gemengd Comité (hierna “het Gemengd Comité” genoemd) besluiten vaststellen tot wijziging van het terugtrekkingsakkoord, mits dergelijke wijzigingen nodig zijn om fouten te corrigeren, omissies of andere tekortkomingen te verhelpen, of op te treden in verband met situaties die niet waren voorzien toen het akkoord werd ondertekend, en mits dergelijke besluiten geen wijzigingen inhouden van essentiële elementen van het akkoord. Krachtens artikel 166, lid 2, van het terugtrekkingsakkoord zijn de besluiten van het Gemengd Comité bindend voor de Unie en het Verenigd Koninkrijk. De Unie en het Verenigd Koninkrijk moeten deze besluiten, die hetzelfde rechtsgevolg hebben als het terugtrekkingsakkoord, uitvoeren.

(2)

Overeenkomstig artikel 182 van het terugtrekkingsakkoord maakt het protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (“het protocol”) integrerend deel uit van dat akkoord.

(3)

Twee rechtshandelingen betreffende de CO2-emissienormen van in de Unie geregistreerde nieuwe personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen, die zijn opgenomen in bijlage 2, punt 9, bij het protocol en krachtens artikel 5, lid 4, van het protocol op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland van toepassing zijn verklaard, hebben geen betrekking op het op de markt brengen van dergelijke voertuigen in de Unie. Zij moeten derhalve uit bijlage 2 bij het protocol worden geschrapt;

(4)

Acht rechtshandelingen die voor de toepassing van de internemarktregels voor goederen op Noord-Ierland van essentieel belang zijn, en die ten tijde van de vaststelling waren weggelaten, moeten aan bijlage 2 bij het protocol worden toegevoegd.

(5)

Ter verduidelijking van het toepassingsgebied van bepaalde handelingen die reeds in bijlage 2 bij het protocol zijn opgenomen, moeten drie noten aan die bijlage worden toegevoegd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage 2 bij het protocol wordt als volgt gewijzigd:

1.

onder “9. Motorvoertuigen, met inbegrip van landbouw- en bosbouwtrekkers”, worden de volgende vermeldingen geschrapt:

“–

Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto's, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken

Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken”;

2.

onder “6. Verordeningen inzake bilaterale vrijwaring” wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“–

Verordening (EU) 2019/287 van het Europees Parlement en de Raad van 13 februari 2019 tot uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules en andere mechanismen die de tijdelijke intrekking mogelijk maken van preferenties in bepaalde handelsovereenkomsten tussen de Europese Unie en derde landen (1)”;

3.

onder “23. Chemische stoffen en hetgeen daarmee verband houdt” wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“–

Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (2)”;

4.

onder “25. Afvalstoffen” wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“–

De artikelen 2 tot en met 7, 14, en 17, en de delen A, B, C, D, en F, van de bijlage bij Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (3)”;

5.

onder “29. Voedsel – algemeen” wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“–

Richtlijn 2011/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (4)”;

6.

onder “42. Teeltmateriaal” worden de volgende vermeldingen toegevoegd:

“–

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (5)

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (6)

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (7)”;

7.

onder “47. Overig” wordt de volgende vermelding toegevoegd:

“–

Verordening (EU) 2019/880 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen”;

8.

onder “4. Algemene handelsaspecten”, wordt na “Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad” de volgende noot ingevoegd:

“Onverminderd het feit dat de tariefpreferenties voor de voor het stelsel van algemene preferenties van de Unie in aanmerking komende landen van toepassing zijn in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland:

wordt, wanneer in artikel 9, lid 1, punt c), ii), en Hoofdstuk VI [Bepalingen inzake vrijwaring en toezicht] van Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt verwezen naar “lidstaten”, daaronder niet het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland begrepen;

wordt, wanneer in artikel 2, onder k), en in Hoofdstuk VI [Bepalingen inzake vrijwaring en toezicht] van Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt verwezen naar “de markt van de Unie”, daaronder niet de markt van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland begrepen; en

worden, wanneer in Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt verwezen naar “producenten in de Unie” en naar “het bedrijfsleven van de Unie”, daaronder niet de producenten of het bedrijfsleven van het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland begrepen.”;

9.

onder “5. Handelsbeschermingsinstrumenten”, wordt direct onder de kop de volgende noot ingevoegd:

“Onverminderd het feit dat de handelsbeschermingsinstrumenten van de Unie van toepassing zijn in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland wordt, wanneer in Verordening (EU) 2016/1036, Verordening (EU) 2016/1037, Verordening (EU) 2015/478, en Verordening (EU) 2015/755 wordt verwezen naar “lidstaten” of “Unie”, daaronder niet het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland begrepen. Bovendien kunnen importeurs die antidumping- of compenserende rechten in de Unie hebben betaald op de invoer van goederen die in Noord-Ierland zijn ingeklaard, alleen op grond van artikel 11, lid 8, van Verordening (EU) 2016/1036 respectievelijk artikel 21 van Verordening (EU) 2016/1037 om terugbetaling van dergelijke rechten verzoeken.”;

10.

onder “6. Verordeningen inzake bilaterale vrijwaringsmaatregelen”, wordt direct onder de kop de volgende noot ingevoegd:

“Onverminderd het feit dat de bilaterale vrijwaringsmaatregelen van de Unie van toepassing zijn in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland wordt, wanneer in de hierna vermelde verordeningen wordt verwezen naar “lidstaten” of “Unie”, daaronder niet het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland begrepen.”;

11.

onder “25. Afvalstoffen”, wordt na “Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu” de volgende noot ingevoegd:

“Voor de toepassing van deze artikelen en delen op en in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland, moet de verwijzing naar “3 juli 2021” in artikel 4, lid 1), artikel 14 en artikel 17, lid 1) worden gelezen als “1 januari 2022”. De artikelen 2, 3, 14 en 17 en deel F van de bijlage zijn slechts van toepassing voor zover zij betrekking hebben op de artikelen 4 tot en met 7.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 december 2020.

Voor het Gemengd Comité

De medevoorzitters

Maroš ŠEFČOVIČ

Michael GOVE


(1)  PB L 53 van 22.2.2019, blz. 1.

(2)  PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1.

(3)  PB L 155 van 12.6.2019, blz. 1.

(4)  PB L 334 van 16.12.2011, blz. 1.

(5)  PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298.

(6)  PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16.

(7)  PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28.


Top